Airplants verzorgen

Wat zijn airplants?

Airplants (oftewel luchtplantjes, of tillandsia ) komen oorspronkelijk uit jungle- of woestijngebied. Omdat ze hun voedingstoffen uit de lucht halen, hebben ze geen aarde nodig om te kunnen groeien. Wel hebben ze (indirect)licht nodig, zoals elke plant, en een klein beetje water.

Heb je geen groene vingers, en wil je wel wat groen in huis? Dan is deze plant ideaal voor jou!

Over onze airplant ontwerpen

Onze ontwerpen zijn gemaakt om de airplants op verschillende plekken goed tot hun recht te laten komen – van vensterbank tot bureau. We maken gebruik van natuurlijke materialen zoals riviersteen, hout en schelpen. De houders zijn gemaakt van gelakt koperdraad (‘magnet wire’), zodat de luchtplantjes niet in direct contact met het koper staan.

Airplants Verzorgen

Luchtplantjes halen hun voedingsstoffen uit de lucht! Ze worden dus niet in aarde geplaatst. Wil je er zeker van zijn dat de luchtplantjes voldoende voeding gebruiken, dan kun je ook gebruik maken van een verzorgingsspray. Deze kun je bij ons bestellen: klik hier om verzorgingsspray aan uw winkelmand toe te voegen.

Ook hebben we hier de belangrijkste verzorgingstips voor je op een rij gezet:

1. Zet de luchtplantjes bij voorkeur op een plek met helder maar indirect licht.
2. Luchtplantjes hebben iedere een à twee weken water nodig.
3. Water geven kan via benevelen of onderdompelen.Geef bij voorkeur water in de ochtend, zodat de plant
‘s nachts beter kan ademen.
4. Zorg voor een temperatuur tussen de 10 en 30 graden Celsius. We raden aan de plant bij het water geven uit de
houder te halen; de houder kan door teveel vocht worden aangetast.

Benevelen of onderdompelen?
Onderdompelen: Plaats de plant dan 5-10 minuten in het water (lauw kraanwater of regenwater), schud de plant goed uit, en leg deze op z’n kop op een handdoek op een lichte plaats. Meestal is de plant binnen 3 uur weer droog. Zet de luchtplant dan weer in de houder.
Benevelen: Zorg er dan voor dat alle bladeren vochtig zijn, maar vermijdt dat er water van de plant af druipt. Ook hier geldt dat de plant binnen 3 uur droog moet zijn. Je kunt ook na het benevelen het luchtplantje even op z’n kop laten drogen, om de kans op rot zo klein mogelijk te maken.

Bruine bladpunten
Planten hebben in een lichte/warme ruimte vaker water nodig dan in een donkere of koele ruimte. Houdt uw planten dus goed in de gaten. Bruine, droge bladpunten wijzen op te weinig water. Een bruine of zwarte onderkant wijst op teveel water.

Bloeiende airplants

Luchtplantjes kunnen een keer in hun leven bloeien. Na de bloeiperiode kan een airplant ‘pups’ maken – deze beginnen klein, maar groeien uiteindelijk uit tot volgroeide luchtplantjes. Laat de pups in eerste instantie aan de moederplant vastzitten; de moederplant voedt de pups. Wanneer de pups ongeveer 1/3 tot 1/2 de omvang van de moede r hebben kunnen ze voorzichtig worden losgemaakt, en op hun eigen stekje worden gezet!

Schelpen

We zoeken uiteraard de mooiste schelpen van het Terschellinger strand. Toch kan het voorkomen dat de schelpen kleine beschadigingen hebben. Krasjes, butsen en soms een gaatje horen nu eenmaal bij ‘gejut’ materiaal. Is de schelp van uw strandloper dof geworden? Laat deze weer glimmen door de buitenkant in te wrijven met een klein beetje minerale olie.